Waarom blijft mijn paard klachten houden?
Kosten nog moeite worden gespaard en toch blijft je paard klachten houden. Hoe kan dat nou? In dit artikel de meest voorkomende factoren waardoor je paard last kan blijven houden van zijn of haar stofwisselingsproblemen.
Hierbij eerst nog even het rijtje met uitingen van een stofwisselingsprobleem:
- Zomereczeem.
- Mok, regenschurft en andere huidklachten.
- Hoefbevangenheid.
- Chronische luchtwegklachten; hoesten, benauwdheid.
- Terugkerende buikpijn/ koliek.
- Maagzweren.
- Darmproblemen, obstipatie, diarree, mestwater, opgeblazen buik.
- Terugkerende onverklaarbare (pees)blessures en stijvigheid.
- Verminderde weerstand.
- Insuline resistentie en ontregelde bloedsuiker waardes.
- Hormonale problemen.
- Over,- en ondergewicht.
1. Je bent aan het dweilen met de kraan open.
Als metafoor gebruik ik graag de emmer die volgelopen is. Het water in de emmer bevat alle triggers die voor klachten zorgen bij je paard. De emmer is de daadwerkelijke oorzaak.
Het ligt een beetje aan de heftigheid van de klachten, maar over het algemeen is het eerst zaak om te zorgen dat je de kraan, die voor het water in de emmer zorgt, in beeld brengt en hem vervolgens zoveel mogelijk dicht draait.
Okay, ff to-the-point, wat bedoel ik dan precies?
De meest voorkomende ondermijnende factor van herstel is het ruwvoer.
….. je bent aan het dweilen met therapie en ondertussen staat de kraan gewoon open.
Voorbeelden?
- Je hebt geen idee van de waardes in het ruwvoer. Het zou dus zomaar zo kunnen zijn dat je ruwvoer geeft met een hoog suikergehalte. Geloof me, ik kom dit wekelijks tegen…
‘De boer zei dat het speciaal voor paarden met…. Is, heel arm. Er zit echt niks in’. En hoppa…. Na analyse blijkt het suikergehalte volledig in het rood. - Er zit (onzichtbaar) schimmel in het hooi.
Belastend voor de darmflora. En voor paarden met luchtwegklachten funest. Het komt nogal eens voor, want ons klimaat kan onvoorspelbaar zijn. Schimmel in het hooi komt vaak doordat het hooi net niet lang genoeg heeft kunnen drogen op het land. Lang genoeg om geen broei te krijgen, maar te kort om schimmelvorming te voorkomen.
Of doordat de opslag te wensen overlaat. - Je paard krijgt verpakt hooi of voordroog.
Ik weet het, het is écht heel lastig, want het is zo volkomen geaccepteerd in de huidige paardenhouderij. Het is makkelijk opslaan. Goedkoper. Je hebt geen keus, etc.
Maar ik moet het noemen in dit rijtje. Heeft je paard een stofwisselingsklacht en staat dit type ruwvoer op het dagelijkse menu. Dan staat de kraan ondertussen open. In hoeverre verschilt per paard. - Je paard eet teveel suikerrijk en/ of gestresst gras.
Zelfs, sterker nog Juist, in super kort gegraasd gras zitten allerlei inhoudsstoffen die super ondermijnend kunnen zijn voor je paard. Meer hierover lees je in het artikel met weideseizoen tips. - Je paard krijgt te weinig ruwvoer of er zijn dagelijks ruwvoerpauzes langer dan 4 uur.
In dit artikel wil ik er niet al te uitgebreid op in gaan.
– Kort gezegd, qua maag,- en galzuur productie is een paard niet ontworpen op maaltijdvoeding. Daarbij tonen studies aan dat het stresshormoon verhogend werkt.
– Is er wel voldoende ruwvoer beschikbaar, maar eet je paard dit niet op of eet je paard teveel dan is er iets anders aan de hand -> dit is namelijk behoorlijk tegennatuurlijk.
Als leidraad normaalwaarde kun je aanhouden dat een gemiddeld paard tussen de 2-3% van zijn lichaamsgewicht aan hooi eet. - Je ruwvoer is te eenzijdig qua soorten.
Voor eventjes of ter aanvulling kan het een prima idee zijn. Maar streef altijd naar soortenrijk onverpakt hooi, met de juiste waardes, op het juiste moment geoogst.
Streef sowieso naar zoveel mogelijk diversiteit & afwisseling in de alledaagse basis!
Heb je een wat beperkter budget? Zorg dan dat je eerst de factor ruwvoer zo veel mogelijk optimaliseert en spendeer je geld daarna pas aan andere zaken.
2. Stress
Paarden zijn zeer stressgevoelige dieren. Ook die van jou 😉. De factor stress wordt mijns inziens vaak te snel aan de kant geschoven. Paarden zijn genetisch gezien prooidieren. Wat betekent dat het bij ze ingebouwd zit om geen stress of oncomfortabelheden te tonen. We vergelijken de uiting van stress veel te veel met die van ons mensontwerp.
En dan heb ik het nog niet eens over het negeren van onze eigen stresssignalen, wat ik vaak zie in mijn coachpraktijk (voor mensen ja, andere passie).
Wat zijn stressfactoren voor paarden?
- Pijn.
- Onveiligheid.
- Overtraining of vooral te hoge verwachtingen.
- Gebrek aan fijne! sociale contacten.
- Veel wisselingen in de kudde, continue gedoe in de hiërarchie.
- Verhuizing.
- Te weinig vrije beweging.
- Onvoldoende ontspanning en diepe slaap.
- Gebrek aan ruwvoer of maaltijdvoeding/ te lange ruwvoerpauzes.
- Suikerrijke voeding, vanwege het vicieuze feedback effect van cortisol op de suikerstofwisseling.
- Verveling & te weinig mentale uitdaging.
Stress verdient niet eens een artikel, maar een boek op zichzelf om uit te leggen. Stress kan heel goed de ondermijnende factor zijn, waardoor je paard klachten houdt.
3. Gebitsproblemen
– Een gebrekkig gebit en daardoor moeite om voldoende ruwvoer op te nemen.
– Loszittende en/ of ontstoken elementen.
– Pijnlijke haken.
– Etc.
Laat het gebit van je paard regelmatig controleren door een ervaren gebitsverzorger, paardentandarts of dierenarts
4. Tekorten
1 op de 3 paarden ontwikkelt anno nu een stofwisselingsklacht in zijn of haar leven. En dan reken ik ook de jeuk, ems/ overgewicht, mestwater ‘gevallen’ mee die we normaal zijn gaan vinden. Een paard is in grote mate afhankelijk van een symbiose met zijn darmflora om gezond te blijven. Shift die darmflora langzaam naar dysbiotisch, dan gaan bepaalde processen in het lichaam haperen. Hierdoor kunnen er mineralentekorten ontstaan.
Daarnaast is er een groot verschil tussen macronutriënten (koolhydraten, vezels, suikers, zetmeel, eiwitten, vetten), waarvan we, grosso modo, moeite moeten doen om die vooral te matigen qua waardes. En micronutriënten (vitamines, mineralen en sporenelementen) waarvan we moeten opletten dat de hoeveelheid daarvan wel rijk genoeg is. Met als extra kanttekening dat hiervoor ook vooral heel veel pure, natuurlijke diversiteit en afwisseling nodig is en we niet enkel kunnen vertrouwen op het synthetische vitamine,- mineralenmengsel in een balancer.
Als je paard eenmaal een flink tekort van iets heeft, ten gevolge van een stofwisselingsprobleem, dan kan het écht nodig zijn om deze tekorten voor een langere tijd bij te supplementeren in een goed opneembare vorm.
5. Te weinig beweging
Onze paarden bewegen over het algemeen veel te weinig. Een paard is ontworpen op zo’n 20 tot 50 kilometer per dag lopen. Met name al stappend grazend met zo nu en dan een sprintje. En veel sociale interactie.
Zelfs paarden in een paddock paradise of track systeem bewegen nog te weinig. Studies tonen aan zo’n 10 tot 12 kilometer per dag. Tel uit voor je paard op stal, in een paddock of alleen. Dan is je dagelijkse trainingsrondje écht nog niet genoeg. Daarbij moet het ook vooral veel vrije beweging zijn en deels intensief.
Beweging is belangrijk voor tal van processen, waaronder de stofwisseling, peristaltiek (darmbeweging), doorbloeding, kwijtraken stresshormonen, goed functionerende luchtwegen en een sterk bewegingsstelsel. Daarbij maakt het hormonen van welbevinden vrij.
6. Belasting door schimmels
Paarden zijn niet ontworpen om veel schimmels binnen te krijgen. Toch is het heel vaak het geval dat ze via de voeding in de darmen of luchtwegen terecht komen. Ze zijn lastig om weg te krijgen en kunnen enorm ondermijnend zijn in de therapie.
7. Teveel kapiteins op één schip
Laten we ervan uitgaan dat er zoveel kennis is dat geen enkele therapeut of arts alles in z’n brein kan stoppen. Eén persoon die alles weet is een illusie. We kunnen dus niemand de rol van god toespelen.
Dat gezegd hebbende is het ook geen goed idee om van iedere expertise een beetje te doen. En dan bedoel ik niet degene met raakvlakken dicht tegen elkaar.
Een samenwerking tussen een arts – hoefsmid of bekapper – fysio, osteopaat, chiropractor – gebitsverzorger, paardentandarts en een voedingsspecialist of natuurgeneeskundige kan een heel goed idee zijn. (ik noem maar een paar voorbeelden).
Waar het gevaarlijk of ondermijnend kan werken is als deskundigen op hetzelfde vlak gaan werken.
Bijvoorbeeld een natuurgeneeskundige tegelijkertijd met een homeopaat.
Er is zo ongelooflijk veel kennis en producten voor handen dat we nooit alles kunnen weten. We weten dan ook niet de interferenties, dus daar waar het elkaar bijvoorbeeld kan tegenwerken.
Mijn advies, kies een gedegen team aan deskundigen en geef het ook even de kans.
Teveel kapiteins op één schip werkt voor niemand fijn.
8. Tijd
‘Ik heb al jouw adviezen (de afgelopen 2 maanden) opgevolgd, maar mijn paard heeft nog steeds of alweer klachten’…. Een veel gelezen zin, ik verwacht voor iedere therapeut.
Stofwisselingsklachten hebben vaak lang de tijd gehad om te ontstaan. Dus heeft het helaas echt tijd nodig om terug te draaien.
Dat wil niet zeggen dat je niet al snel resultaat kunt zien. Het zegt vooral dat je geduld, motivatie en doorzettingsvermogen op de lange termijn nodig zult hebben. 1 tot 3 jaar totale hersteltijd is normaal.
Ook merk ik dat eigenaren soms een gezonde ‘basis’ ook al meerekenen als behandeling. Dat is uiteraard ook zo, het verschil is alleen dat deze ‘basis’ eigenlijk dus echt de normale alledaagse basis zou moeten zijn. Het is dus niet zo dat je deze basis tijdelijk geeft en dan weer over kunt gaan naar hoe je het daarvoor deed (bijvoorbeeld qua voeding voordroog + brok).
Heb je die tijd of motivatie om wat voor reden dan ook, niet. Dan moet je jezelf eerlijk afvragen of je er wel aan zult beginnen. Het is dan vaak zonde van het geld en de moeite.
Verwacht een marathon, geen sprint en geen quick fix.
Een kleine zijstraat hiervan wil ik ook benoemen. Dit is een reden voor mij om te kiezen voor intensieve hersteltrajecten. Met veel verschillende kruiden en supplementen. Omdat ik (en de eigenaar 😉) graag snel resultaat zie. Zou je alleen de basis voor je paard optimaliseren. En dan echt alle factoren in de driepoot van vitaliteit. Dan heeft vrijwel ieder paard een groot zelfherstellend vermogen. Meestal hebben we die tijd niet en daarbij is het toch ook voor het paard fijner om sneller een kans te hebben om van zijn of haar klachten verlost te zijn. Maar in sommige gevallen is het zeker wel een oplossing.
Uiteraard mis ik in dit artikel een hoop andere ondermijnende factoren. En is het vrij algemeen geschreven. Dus niet klachten specifiek en al helemaal niet paard specifiek. Toch kan het echt geen kwaad om heel eerlijk naar deze factoren te kijken, voordat je gaat paniekvoetballen, oordelen, zoeken naar ingewikkelde diagnoses of je erbij neer gaat leggen dat je paard onherstelbare klachten heeft.
Denk je nu, ‘ja ik herken één van de factoren als niet optimaal, maar ik kan er niets aan doen’.
Join the club, zou ik zeggen. Het is een illusie dat we alles perfect naar de werkelijke behoefte van onze paarden kunnen inrichten. Toch is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Waar een wil is, is een weg. Misschien niet gelijk, maar wel op termijn.
Leg jezelf er niet bij neer. Zorg dat kennis je kracht wordt en word een bewuste paardeneigenaar. Dan volgt de stijgende lijn vaak vanzelf.
Uiteraard lees ik graag jullie reacties!