Het is koud, heet, veranderingen, noem maar op en we raken in paniek. Gaat het wel goed? Moet ik niet iets extra’s geven/ doen?
Het eerste wat ik (of een andere therapeut/ dierenarts) dan zou willen weten zijn de APT’s: Ademhaling, Pols, Temperatuur
Nog beter is het, als je ook de normaalwaardes weet.
Echt, dit is een enorm waardevolle toevoeging van “Ken je paard”, je kunt zo namelijk heel objectief bepalen of vitale functies een alarmsignaal afgeven. Geloof me, je dierenarts gaat versteld staan van je grondigheid!
Wat kun je objectief meten aan normaalwaardes?
- Wat is de normale temperatuur, in rust en na training?
⇒ Zorg dat je een goede, veterinaire geschikte thermometer hebt, meet liefst ook altijd met dezelfde thermometer. En ja, rectaal is de enige voor paarden betrouwbare meetplaats.
⇒ Meet op vaste tijdstippen. In de ochtend is de temperatuur vaak lager dan in de avond ( kan tot 0,5 graad schelen).
De normale temperatuur van een paard is tussen de 37,4 en 38,0 graden Celsius. In de winter kan de temperatuur rectaal gemeten zelfs wat lager zijn. Tijdens training kan de temperatuur oplopen tot zo’n 39,0 graden, echter dit mag nooit te lang duren en moet na training snel dalen. Boven de 39,5 graden hebben we te maken met hittestress en boven de 41 graden wordt het levensbedreigend.
Als je de normale temperatuur weet van jouw paard, dan kan het dus zo zijn dat het voor jouw paard al een graad hoger is dan normaal, maar nog wel binnen de standaard normaalwaardes past.
** Veulens hebben vaak net een wat hogere temperatuur dan volwassen paarden.
2. Hoe is de ademhaling?
- Zijn de neusgaten verwijd (vlindervorm) of ovaal in rust? (maak er een foto van ter vergelijking).
- Zie je de buikspieren “mee ademen”?
- Wat is de ademfrequentie per minuut?
Houd je hand op de flank of voor de neus en tel; 1 x in en 1 x uit = 1 ademhaling.
Meet in rust en na normale training.
De normale ademhalingsfrequentie van een paard is zo’n 8 tot 15 keer per minuut. Tijdens intensieve training kan dit oplopen tot wel 150 keer per minuut (vanzelfsprekend moet dit in rust snel weer zakken).
3. Pols / Hartslag
Eigenlijk zouden we dan ook nog de hartslagen per minuut willen weten, in rust en na training. Alleen soms is die bij paarden wat moeilijker te vinden/ te meten. Google eens, oefening baart kunst!
Je kunt de hartslag meten aan de binnenkant van de linker kaak, daar loopt een grote slagader. Soms kun je de hartslag ook voelen achter de linker elleboog.
De normale hartslag van een paard in rust is 28 tot 40 slagen per minuut
Wat kun je nog meer meten?
4. Hoeveel cm is de buik in omvang? Meet ieder seizoen het “dikste” gedeelte van de buik.
5. Hoeveel cm is de nekomvang? Meet ieder seizoen het breedste gedeelte van de hals/ nek.
6. Hoe is de mest normaal gesproken (dus zonder ruwvoerwisseling) qua consistentie en vochttoevoeging. Is er sprake van mestwater? En zo ja, hoeveel en hoe vaak?
7. Maak ieder seizoen rondom 4 foto’s van je paard.
=> recht van voren, beide zijkanten en recht van achteren.
Hang een papiertje op of leg een notitieblokje op stal en meet regelmatig deze waardes. Als deze afwijken weet je dat er “iets” aan de hand is en kun je veel objectiever gaan handelen.
En met bijvoorbeeld (extreem) warm weer weet je zo ook hoe hard de thermoregulatie van je paard aan het werk is en of je al moet ingrijpen/aanpassen.