Luchtwegen

De longen en het hart werken continu samen. Het weefsel van de longen is verdeeld in de luchtdragende bronchiën en de longblaasjes. De ingeademde lucht gaat door de luchtpijp naar de twee hoofdbronchiën, die elk naar een van de twee longen leiden.

Daar vertakken ze zich verder. De lucht wordt verder verdeeld in de bronchiën. Ook vreemde voorwerpen, stof, sporen en ziekteverwekkers worden hier opgevangen. Deze plakken aan het stroperige slijm dat het slijmvlies van de bronchiën produceert.
Bronchiën raken snel overbelast wanneer ze worden blootgesteld aan stof, met name schimmelsporen. Slijmvormende en slijmoplossende kruiden zorgen ervoor dat er meer bronchiale afscheiding kan worden gevormd. Het slijm kan beter wordt afgevoerd of vastzittend slijm gemakkelijker kan worden opgehoest. Gasuitwisseling vindt plaats in de slijmvliezen van de longblaasjes, die ruim worden voorzien van bloed: kooldioxide uit het bloed wordt uitgeademd, zuurstof uit de ademlucht wordt hier opgenomen in de bloedbaan. Als er niet genoeg CO2 wordt uitgeademd, wordt het paard zuur, wat kan leiden tot bijvoorbeeld COPD. Hieruit blijkt dat het ongehinderd opnemen van zuurstof en het uitademen van CO2 essentiële voorwaarden zijn voor de prestatie en vitaliteit van je paard. Het is daarom belangrijk om blootstelling aan stof en schimmels te vermijden en de bronchiale slijmvliezen te ondersteunen bij hun werk. De slijmlaag in de luchtwegen is o.a. opgebouwd uit cystine cellen. Een gezonde darmflora en stofwisseling zorgt voor voldoende aanvoer van bouwstenen voor deze cellen.